Soms zit alles mee. Je voelt je sterk, hebt energie, en lijkt de wereld aan te kunnen. Zo voelde het ook voor mij in 2022.
Een vriendin appte me: “Marjan, wil jij deze ademhalingsoefeningen eens proberen en me dan jouw ervaring delen?”
Mijn eerste gedachte: Waarom? Maar ach, ik had tijd. Misschien zou het me helpen anderen beter te begrijpen wanneer ze paniek ervaren. Het kon geen kwaad, toch? Dus ik deed mee.
Later vroeg ze: “En? Had je er wat aan?” “Ik weet het niet,” zei ik eerlijk. “Het is alsof ik een aspirine neem zonder pijn te hebben. Dan weet je toch ook niet of het werkt?”
En toen liet ik het los.
(➔ Wat probeer jij liever niet onder ogen te komen, letterlijk of figuurlijk?)
Totdat ik niet meer om mijn angst heen kon.
Een jaar later werd mijn grootste angst werkelijkheid: opnieuw hoge oogdruk.
Ik wilde het niet zien – letterlijk én figuurlijk. Maar ik had geen keus meer.
Eerder dat jaar kreeg ik een medicijnwissel, opgelegd door de zorgverzekeraar. Goedkoper. ‘Net zo goed’. Maar mijn onderbuik zei iets anders: dit klopt niet. Mijn oogdruk liep op. Er moest nóg een medicijn bij.
Ironisch, toch?
Het originele – duurdere – medicijn werd niet vergoed, maar een extra combinatie wél. (Dat is toch duurder?) Toen ik mijn zorgkosten checkte in de app, bleek mijn vermoeden te kloppen.
Het frustreerde me en gaf ook stress. Niet alleen vanwege de gezondheid, maar ook omdat ik mij afvroeg: “Wie ziet hier nou eigenlijk slecht en de situatie niet helder?”
Ik besefte pas achteraf hoeveel impact zo’n medicijnwissel eigenlijk heeft.
Niet alleen op je lijf, maar op je hele leven.
Er kwamen meer ziekenhuiscontroles. En telkens als er iets werd veranderd, begon het wachten opnieuw: vier tot zes weken om te kijken of het nieuwe middel zou aanslaan. En intussen leef je tussen hoop en twijfel.
Het voelde alsof ik de grip op mijn lijf kwijt was. Alsof er besluiten werden genomen waar ik zelf geen vat meer op had.
Ik kreeg telkens een andere arts tegenover me – en elke keer vroeg ik me af: Wie gaat er nu over mij beslissen?
Ik wilde me uitspreken, maar het lukte niet. Niet omdat ik niets wilde zeggen, maar omdat het letterlijk niet ging. Alsof mijn stem ergens onderweg bevroren was geraakt.
(➔ Wat hou jij (onbedoeld) stil omdat je bang bent om lastig te zijn?)
En dat frustreerde me.
Want wie zag hier nu eigenlijk niet helder?
Ik? Of het systeem waarin ik terechtgekomen was?
Wat angst met je doet
Dat is precies wat angst met je doet. Angst verlamt. Maar niet op één manier. In de polyvagaaltheorie (Stephen Porges) wordt uitgelegd dat ons zenuwstelsel bij dreiging vier automatische reacties kan activeren:
* Vechten: Je probeert controle te houden, je verzet je.
* Vluchten: je leidt jezelf af, gaat door alsof er niets aan de hand is.
* Bevrienzen: Je verstijft, komt tot stilstand.
* Aanpassen (pleasen) Je past je aan om maar niet afgewezen te worden. (meer informatie download mijn ebook People pleasen naar voor jezelf kiezen
Bij mij uitte die angst zich in bevriezen.
Ik hield me stil. Niet omdat ik niets wilde zeggen,
maar omdat het letterlijk niet lukte.
Angst kan ervoor zorgen dat je:
- Twijfelt aan je eigen waarneming.
- Jezelf niet serieus neemt.
- Je niet durft uit te spreken, ook al voel je dat er iets niet klopt.
Maar wat niet gezegd wordt, wordt niet gezien.
Wat niet gezien wordt, wordt niet opgepakt.
En wat niet wordt opgepakt, kan niet worden opgelost.
Maar als je niets zegt, hoe moet een arts of hulpverlener dan weten wat er speelt? Hoe kunnen zij dan inschatten dat in dit geval een nieuw medicijn misschien niet goed werkt?
“Wat je niet uitspreekt, wordt niet gezien. Wat je niet ziet, kun je niet helen.”
Toch zei ik ook destijds niets. Ik wilde niet lastig zijn. Niet klagen. Iedereen heeft wel wat, toch? En de zorg is al zo overbelast? En misschien zat het allemaal wel tussen mijn oren.
Dat is het gevaar van angst. Het kan je het gevoel geven dat jouw stem er niet toe doet. Dat je moet slikken en doorgaan, ook als alles in je zegt dat er iets niet klopt.
Wat er in je lichaam gebeurt
Angst is niet alleen een gevoel. Het is een fysieke reactie. Zodra je brein gevaar vermoedt –echt of ingebeeld – gebeurt er van alles in je lichaam.
Je bijnieren maken adrenaline aan. Je hartslag stijgt. Je spieren spannen zich aan. Je ademhaling versnelt. Je lichaam maakt zich klaar voor actie: vechten, vluchten of bevriezen.
Het bijzondere is: dit gebeurt vaak buiten je bewuste wil om. Het is je oeroude overlevingsmechanisme dat het van je overneemt. Een beschermingsreflex.
Voor mensen met een gevoelig zenuwstelsel – zoals HSP’ers – komt deze reactie vaak intenser binnen. Niet omdat je overdrijft, maar omdat je systeem veel sneller signalen oppikt. Je merkt dingen eerder op, voelt ze dieper, en je lichaam reageert sneller. Ook al lijkt het aan de buitenkant alsof er niets aan de hand is.
En precies dat maakt overgave zo ingewikkeld. Want je voelt van alles, maar je moet vertrouwen op iets of iemand anders. Terwijl alles in je zegt: “Doe iets.”
Tot ik in mei 2023 hoorde: “We krijgen uw oogdruk niet meer omlaag. U moet geopereerd worden.”
Leven vanuit je hoofd
De weken tot de operatie vulde ik met voorbereidingen. Want na de ingreep zou ik een tijdje uit de running zijn. En ja, als moeder van twee kinderen moet de boel toch blijven draaien.
Ik kookte vooruit, poetste het huis – alles om maar bezig te blijven en mijn angst de baas te blijven.
En toen kwam dat andere thema: hulp vragen. Ai. Hoe pijnlijk is dat als je graag zelf de regie houdt en een ander niet tot last wilt zijn?
Er moest iemand mij naar het ziekenhuis rijden en ophalen want ik mocht niet fietsen en met de bus: No way, met zo’n oog ga je toch niet de straat op! En alsof dat nog niet genoeg was, meldde zich ineens een onverwachte gast aan tafel: schaamte.
Schaamte
Jawel. Daar zat-ie hoor, glimmend van genoegen.
“Je kunt dit toch zelf wel? Wat zullen mensen wel niet denken?”
(Alsof het nog niet ongemakkelijk genoeg was om met een piratenoog en papieren instructies thuis te komen.)
Er volgden nacontroles, tillen mocht niet.. Het lijstje groeide, mijn geduld kromp.
En ondertussen vroeg ik me af: Wanneer wordt hulp vragen eigenlijk gênant?
Serieus thema, dat schaamte. Hij is vooral luid als je kwetsbaar bent.
En laat dat nou net het moment zijn waarop je niet nóg meer van jezelf hoeft te verwachten, maar juist even wat minder

.
En toen lag ik daar onder plaatselijke verdoving
Nog voor de ingreep grapte ik: “Succes, ik heb een moeilijk oog.” “Maak je geen zorgen,” klonk het rustig.
De operatie begon. “We gaan nu uw oog verdoven.” Daar zag ik van tevoren enorm tegenop. Maar het viel mee.
Mijn zicht werd wazig. “Zeg maar welke kant ik op moet kijken, dokter.” zei ik.
“Dat hoeft niet,” zei ze. “U heeft straks geen controle meer over uw oogbeweging. Wij nemen het van u over
Het moment van overgave
Daar lag ik. Ik dacht:
- Gelukkig weet ik mezelf rustig te houden.
- Mijn hoofd is aan de buitenkant stil… maar vanbinnen vol.
- Wat als ik nú moet niezen? Dan schiet de arts misschien uit.
Het is gek wat je denkt op zo’n moment. En toch: ik bleef stil liggen. In overgave.
Maar vanbinnen gebeurde van alles.
Soms stel ik me voor dat mijn brein een archiefkast heeft
waar al mijn hersenflitsen in bewaard worden.
En op een operatietafel trek ik ze allemaal tegelijk open.
Wat als mijn andere oog zich verveelt en besluit mee te knipperen?
Wat als ik nu ineens bedenk dat ik nog een wasje aan heb staan?
Mijn brein is geen stille getuige, maar een regisseur, scriptschrijver én commentaarstem
in één.
(➔ Wat speelt zich in jouw hoofd af, terwijl je aan de buitenkant ‘rustig’ blijft?)
En ik?
Ik probeer vooral niet te bewegen,
terwijl mijn binnenwereld op volle toeren draait.
Want lachen trilt.
En trillen dat lijkt mij nou net niet wenselijk wanneer iemand met uiterste concentratie
in je oog bezig is.
En dan, als hoogsensitieve,
komt óók nog dat tweede spoor erbij:
“Want hoe moet dit voor die arts zijn?”
Een patiënt die er vredig bij ligt,
terwijl ik vanbinnen mijn uiterste best doe om mijn gezicht in een overtuigende pokerface te houden alsof ik aan de buitenkant niets mag verraden
dat mijn hoofd intussen een volledige bloopercompilatie afspeelt.
Het is maar goed dat gedachten geen geluid maken.
Ik weet niet of de sfeer in de operatiekamer
zo professioneel was gebleven als iemand had kunnen horen wat zich allemaal op mijn netvlies afspeelde.
Ik realiseerde me daar op die tafel
dat angst, spanning en humor
soms verrassend dicht bij elkaar liggen.
Er hangt nogal eens een misverstand om hulpverlening heen:
dat het zwaar moet zijn om serieus te zijn.
Dat een traan die gevolgd wordt door een lach
de traan minder echt maakt.
En als ik eerlijk ben:
De mooiste gesprekken die ik heb met mensen
zijn vaak een mengeling van beide.
Lichtheid mag best een plek krijgen,
ook als het over zware dingen gaat.
Humor is geen ontsnapping, het is een manier van dragen.
En als er al iets “geneest”,
dan is het soms juist dat:
een glimlach, een traan en iemand tegenover je die het verschil wél voelt.
Angst is er altijd. Maar hoe je ermee omgaat… …dat is een keuze.
(➔ Wat doet jouw angst eigenlijk….. wil het je beschermen, afremmen of wakker schudden?)
- Kun jij omgaan met je gedachten als je nergens houvast hebt?
- Kun je jezelf geruststellen als er geen controle is?
- Kun je vertrouwen op een ander, als jij het even niet kunt overzien?
Angst hoeft niet je vijand te zijn. Het kan ook een signaal zijn. Een uitnodiging tot vertragen, voelen en kiezen.
Maar of je wacht tot het je overvalt, of nu al leert hoe je ermee omgaat… dat is aan jou.
Welke keuze maak jij?
- Wacht je tot het misgaat?
- Of kies je nu – juist als alles goed lijkt te gaan – voor een eerste stap?
- Loop je liever weg van angst, of is angst voor jou ook een poort naar… groei, inzicht, vrijheid?
De reflectiepagina bij dit blog helpt je op weg.
Voor wie durft te voelen waar het spannend wordt — met liefde, nieuwsgierigheid én een beetje licht in het donker. Wil je meer houvast?
“Op een been kun je niet staan”
”En met één oog zie je geen diepte,” zei mijn oogarts ooit.
Deze gedachtegang deel ik overigens niet, ik heb best wat dieptes gezien, maar ook hoge toppen hoor 😉
Er is nog zoveel te ontdekken onder de oppervlakte.

Op zoek naar je eigen schijnwerper?
Duik je mee opzoek naar Parels die onder de oppervlakte verborgen liggen?
Je bent tot hier gekomen — da’s al een hele duik.
Maar misschien voel je: ik wil zelf ook iets aan het licht brengen.
Dan is het tijd voor je zaklamp.
Niet om alles perfect te verlichten, maar om voorzichtig te kijken naar wat zich aandient.
En misschien ondek jij ook wel mooie parels die onder de oppervlakte verborgen liggen